actuellecd

Blog

Critique

Manon Guilbert, Le Journal de Montréal, November 15, 1993
Monday, November 15, 1993 Press

«J’avais juré de ne jamais interpréter des pièces de quelqu’un à qui je ne pourrais parler. mais j’aime trop Thelonious Monk pour garder tout ça pour moi. C’est un sentiment de partage nécessaire dans le domaine de la création qui nous a animés. Bien sûr, ça demande beaucoup de la part de l’auditeur mais il découvrira sans doute comme nous la polyvalence de Monk, un univers qui n’appartient qu’à lui seul et qui a été vénéré par plusieurs grands musiciens. De plus il n’est pas joué très souvent à cause des difficultés de sa musique et l’étrangeté de ses pièces. Pour les jouer, il faut toujours être attentif. Pas question de se mettre sur le pilote automatique», dit Derome en riant.

Review

Dolf Mulder, Vital, no. 32, November 1, 1993
Monday, November 1, 1993 Press

Bruire seems to be a troupe des artistes cooperating for this project. Most of the compositions have been written by Michel F Côté, a percussionist/composer who does not eschew experiments with media like radio, and cassette- and cd-player. He is accompanied on this CD by the co-composers/experimentalists/improvisers of the Montréal-scene, like René Lussier, Jean Derome and Robert Lepage (to name a few). The works are a mix of audacious jazzy improvisations and beautifully wild, and sometimes more subtle soundscapes. All together the works sound like colorful paintings. In contrast to many improvisory work I’ve heard in this area here the sound is warm. Which is good nice.

… a mix of audacious jazzy improvisations and beautifully wild, and sometimes more subtle soundscapes.

Catalogus

Lowlands, no. 2, March 1, 1993
Monday, March 1, 1993 Press

De krulmels (Les Granules) zetten hun exploratie verder in het tweede deel, er valt immers steeds wat te ontdekken als men de rijkdom aan geluiden in kaart wil brengen. De verschillende stukken zijn steeds gestructureerd maar laten ruimte voor verassingen en improvisatie. Onlangs verscheen de derde opoame in de reeks onder de titel Au royaume du silencieux. In het rijk van de zwijgenden hebben de inwoners schrik om te praten, alweer een verwijzing near de immer woedende tealstrijd. Het duo nam deze CD live op in de studio. De resulterende klank is ongetwijfeld een stuk ruiger dan op de vorige platen. Maar nog steeds tulmelen we van de ene muzikale stijl in de andere en wordt er heel wat afgelachen. Moet er nog zand zijn!

Catalogus

Lowlands, no. 2, March 1, 1993
Monday, March 1, 1993 Press

Lussier en Derome werken samen sinds 78. Intussen traden ze meermaals in duet en waren tot dusver goed voor drie releases. Centraal staat de vraag near de traditionele rol van de muziek die wordt veruitwendigd in een zoektocht naar de balans van akoestische en elektrische instrumenten, stem,opgenomen omgevings geluiden en zeligemaakte instrumenten. ln Soyez vigilants brengen de twee multi-instrumentalisten een hommage aan as, zand, kaf en kruimels. Levensloze materie die door het duo tenug tot leven worden gewekt. Un son est si vite arrivé… De krulmels (Les Granules) zetten hun exploratie verder in het tweede deel, er valt immers steeds wat te ontdekken als men de rijkdom aan geluiden in kaart wil brengen. De verschillende stukken zijn steeds gestructureerd maar laten ruimte voor verassingen en improvisatie. Onlangs verscheen de derde opoame in de reeks onder de titel Au royaume du silencieux. In het rijk van de zwijgenden hebben de inwoners schrik om te praten, alweer een verwijzing near de immer woedende tealstrijd. Het duo nam deze CD live op in de studio. De resulterende klank is ongetwijfeld een stuk ruiger dan op de vorige platen. Maar nog steeds tulmelen we van de ene muzikale stijl in de andere en wordt er heel wat afgelachen. Moet er nog zand zijn!

Review

François Couture, AllMusic, October 26, 1992
Monday, October 26, 1992 Press

The Montréal trio Évidence approaches Thelonious Monk’s songbook from a new-jazz perspective. Alto saxophonist Jean Derome, electric bassist Pierre Cartier, and drummer Pierre Tanguay all have extensive experience in avant-garde music fields. This first album, simply titled Musique de Thelonious Monk, was recorded in October 1992, six years after the trio’s inception. The repertoire highlights classic Monk compositions like ’Round Midnight, Misterioso, and Well You Needn’t, but also gives attention to lesser-known tunes such as Hackensack and Ugly Beauty. Évidence’s second album, Live à la Casa (2000) will feature more adventurous choices. In any case, the selection itself matters little, the force of this trio residing in its arrangements. The lack of a pianist gives these tunes new life, thanks mostly to the way Derome uses split-tones to simulate Monk’s minor seconds (especially in Hackensack) and plays around the chords to suggest them. The musicians interpret Monk’s music the way they hear it in their heads. Respect for the original was a ground rule, but since the pianist himself was known to take many liberties with his compositions (and those of others), Derome, Cartier, and Tanguay didn’t refrain from pursuing their pleasure… and ours. Yet, Musique de Thelonious Monk sounds more sober than its follow-up.